Breedweer – leverancier van facilitaire diensten zoals schoonmaak – gaat ver in hun strijd voor een duurzamere, eerlijkere en inclusievere wereld. Dat keuzes voor sociale of milieu-impact soms pijn doen in de portemonnee neemt directeur Jack Stuifbergen voor lief. De CO2-Prestatieladder vormt een van de instrumenten waarmee schoonmaakleverancier Breedweer zichtbare impact realiseert. Stuifbergen hoopt dat overheden de Ladder meer gaan inzetten in aanbestedingen voor de schoonmaakindustrie zodat het creëren van maatschappelijke waarde meer wordt beloond en gestimuleerd.

Sociaal ondernemen met impact

De missie van schoonmaakleverancier Breedweer om sociale en duurzame impact te maken, begon toen Jack Stuifbergen in 2009 in aanraking kwam met Wajongers, mensen die vanwege een ziekte of handicap uit hun jeugd een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. “Ik had destijds een schoonmaakbedrijf en was op zoek naar personeel. Daarbij werd ik geconfronteerd met de Wajong-doelgroep. Enkele Wajongers vertelden me hoe belangrijk een baan voor ze is en hoeveel geluk ze halen uit werken. Dat raakte me in mijn hart. Vanaf dat moment heb ik besloten om sociaal ondernemen en impact maken centraal te stellen. Toen in 2015 de Sustainable Development Goals (SDG’s) werden gelanceerd, had ik een mooi haakje om die impact aan op te hangen en breder te trekken dan alleen de sociale component.”

Laten zien waar je voor staat

Stuifbergen vertelt hoe hij met zijn bedrijf invulling geeft aan zijn impactmissie. “Een goed voorbeeld vind ik een aanbesteding die we een paar jaar geleden wonnen. De eerste discussie met de opdrachtgever ging niet over schoonmaken, maar over het ontbreken van laadpalen. Hierdoor konden we onze werkzaamheden niet emissieloos uitvoeren. Die laadpalen zijn er vervolgens gekomen. Maar wat ik misschien nog wel mooier vond, was het aspect van inclusie en diversiteit. Onze accountmanager Mark loopt graag in vrouwenkleding. Bij de kennismaking kwam hij aan in een zwarte jurk en op hoge hakken. Dat was voor de mensen van de opdrachtgever echt een cultuurshock. Maar voor ons was het belangrijk om te laten zien waar we voor staan: iedereen kan en mag zijn wie die is. Het was dus een soort statement.”

Aan de slag met de Ladder

Een jaar of vier geleden kwam Stuifbergen in aanraking met de CO2-Prestatieladder. In de Ladder zag hij een mooi systeem dat Breedweer kon ondersteunen bij de SDG’s op het gebied van klimaatimpact en duurzaamheid. “Ik zag de Ladder een keer voorbijkomen in een aanbesteding van het Rijksvastgoedbedrijf. Dat triggerde mij. We waren al bezig met CO2-reductie, maar zochten nog een systeem dat ons kon helpen om alles goed te meten en monitoren. Bovendien wilden we met een certificering aan de buitenwereld laten zien dat we ook echt invulling geven aan onze woorden. We zijn trots op wat we realiseren aan impact, dat mogen we best uitdragen.”

Schoner transport met duurzamere diesel

Breedweer ging aan de slag met de Ladder, wat in eerste instantie tot een certificering op niveau 3 leidde, zegt Stuifbergen. “We waren al een paar jaar grotendeels zelfvoorzienend in energie, onder meer dankzij 1400 zonnepanelen en warmtepompen op ons kantoor. In onze energiecontracten hadden we alleen groene stroom van Nederlandse bodem, zoals de Ladder voorschrijft. Voor ons elektrische wagenpark zochten we buiten onze eigen parkeerterreinen heel specifiek naar laadplekken die ook aan dit Ladder-criterium voldeden. Wat wel een grote uitdaging was, was het verduurzamen van onze busjes met watertanks. Vanwege het gewicht van deze tanks was de actieradius van veel elektrische busjes te klein. Busjes met wel een grote actieradius waren te duur. Toen hebben we gekozen voor HVO, duurzame dieselbrandstof gemaakt van afgewerkte plantaardige oliën en restafval. Dit kost ten opzichte van reguliere diesel weliswaar een euro meer per liter, maar is wel een stuk minder vervuilend. De pijn in de portemonnee wordt hiermee dus flink gecompenseerd.”

Hergebruik van apparaten en afvalstromen

Naast de emissies binnen scope 1 en 2 ging Breedweer ook aan de slag met de uitstoot in scope 3, emissies in de keten. Dat leverde het bedrijf in 2024 een niveau 5-certificering op. Stuifbergen: “Bij onze dienstverlening maken we veel gebruik van middelen en materialen. Voorheen kochten we vrijwel altijd nieuwe producten, maar inmiddels proberen we zoveel mogelijk te hergebruiken. Schoonmaakapparaten die een opdrachtgever heeft staan van een eerdere leverancier vervangen we bijvoorbeeld niet, maar nemen we over en knappen we op. Ook lopen schoonmakers rond in tweedehands werkkleding. Verder werken we met opdrachtgevers aan hergebruik van afvalstromen. Zo halen we bij het Van Gogh-museum koffieprut op, dat door een zeepproducent wordt verwerkt tot handzeep. Dat komt in het museum nu uit de zeepautomaten.”

Geen concessies aan de missie

De SDG’s en in het bijzonder de CO2-Prestatieladder helpen volgens Breedweer om met klanten en leveranciers de dialoog over verduurzaming te voeren, zegt Stuifbergen. “Bij elke opdracht of aankoop die we doen, benadrukken we het belang van onze impactmissie en ons gemeenschappelijke doel voor een betere wereld. Daar doen we geen concessies in. Dat levert soms lastige gesprekken op, maar als een leverancier niet wil meebewegen of onvoldoende inspanning levert, dan nemen we daar afscheid van. Hoe vervelend dat ook is. Datzelfde geldt voor klanten. Als we met een opdracht geen impact kunnen maken, dan gaan we ‘m niet uitvoeren. Daarmee lopen we weliswaar inkomsten mis, maar onze missie is heilig. Daar wijken we niet van af.”

Weinig aanbestedingen met Ladder in schoonmaakbranche

Hoewel duurzaam en verantwoord ondernemen vanuit de overheid steeds meer wordt gestimuleerd, mist Stuifbergen nog wel dat overheden ook in hun eigen inkoopbeleid invulling geven aan hun groene ambities. “Ik heb onze certificering de afgelopen jaren niet één keer kunnen inzetten in een aanbesteding. Terwijl de aanbestedingswet – in artikel 1.4, lid 2 – voorschrijft dat overheden moeten kiezen voor de partij met de meeste maatschappelijke waarde. Maar hoe we deze waarde moeten aantonen en bijvoorbeeld kunnen koppelen aan CO2-uitstoot, wordt nooit vermeld. De Ladder inzetten als gunningscriterium is een van de manieren om dat te doen, maar dat gebeurt helaas niet. Althans, niet in schoonmaakopdrachten. Dat is ontzettend zonde, zeker als je bedenkt dat de overheid jaarlijks voor 80 miljard euro aan aanbestedingen doet.”

Inkopers voorlichten, branche inspireren

Volgens Stuifbergen hoeft verandering helemaal niet ingewikkeld te zijn. “Stel gewoon de simpele vraag: wat voor maatschappelijke impact denkt de inschrijvende partij te kunnen maken? Dan zouden wij met onze niveau 5-certificering die impact kunnen aantonen. Ik geef momenteel les aan senior inkopers van de rijksoverheid over hoe ze maatschappelijke impact kunnen kwantificeren. Daarin gebruik ik de Ladder als een van de voorbeelden. Maar ook op andere plekken probeer ik beweging in gang te krijgen. Op bijeenkomsten zoals beurzen probeer ik op podia branchegenoten te inspireren. Al blijft dat lastig, vaak wordt toch de lijn van het geld gevolgd. Daarom is het zo belangrijk dat maatschappelijke impact maken vanuit de overheid actief wordt gestimuleerd.”

Impact in de haarvaten van medewerkers

Ook de eigen 800 medewerkers van Breedweer, verdeeld over verschillende bedrijfsonderdelen in Nederland, worden in de woorden van Stuifbergen ‘doodgegooid’ met impact. “Ze merken het vaak vanaf dag 1 al, doordat ze werken met hergebruikte spullen. Ik probeer medewerkers voortdurend te motiveren om zelf na te denken over hoe ze impact kunnen maken en circulaire businessmodellen kunnen creëren, bijvoorbeeld in de producten waarmee ze werken of vervoersbewegingen. Dat is niet altijd eenvoudig, zeker niet als mensen hier net werken. Je moet ze niet alleen uitleggen hoe we werken, maar ook waarom we dingen zo doen. Dat vraagt goede communicatie en een bepaalde mindset. Het moet echt bij de mensen in hun haarvaten gaan zitten.”

Steeds slimmer meten en monitoren

Het ultieme doel op het gebied van CO2-reductie is dat Breedweer volledig emissieloos werkt. Stuifbergen: “Dat betekent dat we ook geen CO2 meer compenseren, zoals we nu soms nog doen. Dat is een uitdaging, maar het is wel onze holy grail. Ondertussen blijven we bezig om onze impact steeds zuiverder te rapporteren, zowel op projectniveau als in brede zin. We werken momenteel met een externe partij aan een AI-tool die de CO2-uitstoot aan de hand van de factuurstroom meetbaar maakt. Dat als een leverancier bijvoorbeeld een paar vuilniszakken op de factuur zet, we meteen weten wat de CO2-uitstoot daarvan is. Daarmee krijgen we de emissies nog beter in beeld en kunnen we nog meer sturen in wat we wel en niet inkopen. Zo zijn er altijd weer nieuwe manieren om de impact verder te vergroten, dat vind ik prachtig.”

Klik hier voor meer inspirerende praktijkverhalen