arrow_back

5 vragen aan Leo Vissers

Wie de CO2-Prestatieladder wil gaan toepassen, krijgt bezoek van Leo Vissers. Vissers werkt al 47 jaar bij DNV-GL – een van de grootste Certificerende Instellingen ter wereld. Als lead-auditor controleert hij of bedrijven voldoen aan de eisen van de CO2-Prestatieladder.

Weten bedrijven voldoende hoe ze energie kunnen besparen?

‘Het valt me op dat vooral traditionele organisaties niet goed weten welke energiestromen er in hun bedrijf lopen. Als een onderneming dat in kaart brengt, gaat er een wereld voor ze open. Ik vertel de mensen dat er door een aantal simpele maatregelen al heel wat energie kan worden terugverdiend. Daarna kunnen we kijken welke stappen er te nemen zijn; maar bewustwording is al een mooi begin.’

Wat is de meest voorkomende reden om aan de slag te gaan met de CO2-Prestatieladder?

‘Grofweg zijn er twee categorieën: ondernemingen die de CO2-Prestatieladder vooral uit economisch oogpunt gebruiken: als ze laten zien dat ze klimaatvriendelijk werken en een bepaald niveau van de ladder hebben bereikt, maken ze meer kans om aanbestedingen te winnen. Daarnaast zijn er bedrijven die het doen omdat ze duurzaamheid belangrijk vinden. Die zijn ‘intrinsieke gemotiveerd’ zoals dat zo mooi heet.’

Wat levert de CO2-Prestatieladder op?

‘Naast het besparen van energie en geld, vooral ook interessante inzichten. Een van mijn eerste klanten was werkzaam bij een grote telecomaanbieder. Hij ontdekte dat om acht uur ’s morgens het elektriciteitsverbruik in zijn kantoorpand enorm toenam. Wat bleek: op dat moment ging de airco aan tegelijk met de verwarming. Dat hebben ze snel anders afgesteld.Een ingenieursbureau stimuleerde zijn medewerkers om te besparen op brandstofverbruik. Afgesproken werd dat ze de helft van wat ze bespaarden, zelf mochten houden. Dat liep op tot in totaal 10 procent minder brandstofverbruik per jaar; een paar tientjes per werknemer. Een mooi voorbeeld van hoe bedrijven zelf met creatieve ideeën komen en medewerkers stimuleren om energie te besparen .’


Het CO2-Prestatieladder-handboek is de afgelopen jaren wel vijf keer opnieuw uitgegeven. Wat is er zoal veranderd?

‘In het begin waren de voorwaarden om met de ladder te kunnen werken niet eenduidig. Zo kwam het voor dat bedrijven creatieve constructies bedachten om als duurzaam te kunnen worden gekenmerkt, terwijl ze dat absoluut niet waren. Ze richtten bijvoorbeeld brievenbusfirma’s op – bedrijfjes die nauwelijks een rol speelden in het bedrijfsproces, en dus met gemak als energiezuinig door konden gaan. Daartegen hebben de schema eigenaar en de certificerende instellingen samen actie ondernomen.’


Hoe gaat het keuren in zijn werk?

‘De audit begint met een gedegen documentenonderzoek op kantoor. Daarna breng ik een of meerdere bezoeken aan het bedrijf in kwestie. Na het kennismaken bespreek ik mijn ‘auditplan’ en de manier waarop ik de implementatie van de documenten zal beoordelen. Vervolgens bepalen we de ‘boundary’: het werkveld. Wat voor soort bedrijf is het? Hoe is het organisatorisch opgebouwd? Dat beschrijven we uitgebreid en heel specifiek, zodat we later niet voor verrassingen komen te staan. Daarna is het tijd voor de zelfevaluatie, de interne audit en het management review. Daar zijn strenge eisen aan verbonden. Meestal maak ik ook nog een afspraak voor een bezoek op locatie, en daarna is de dag wel zo’n beetje voorbij. Thuis werk ik alles uit, het conceptrapport stuur ik dan naar de klant. Daarna volgen er nog technische formaliteiten. Voor beginnende bedrijven voelt het vaak als een examen. Dat is het niet hoor – ik kom niet langs om te zeggen wat ze fout doen, ik benoem liever wat goed gaat. Fouten maken mag, zolang je er maar van wilt leren en de fouten oplost .’

Prev:
Next: