arrow_back

Nederlandse groene stroom wint terrein ten koste van sjoemelstroom

In Nederland is vorig jaar 37,88 TWh aan gecertificeerde groene stroom gebruikt, waarvan 11,56 TWh in Nederland geproduceerd was. Daarmee was ruim 30% van de gecertificeerde groene stroom Nederlands. Dat blijkt uit het statistische jaaroverzicht van certificeringsinstantie Certiq, een dochter van transmissienetbeheerder Tennet.

Het aandeel Nederlandse groene stroom is daarmee groter dan vorig jaar, want in 2013 werd 39,9 TWh aan gecertificeerde hernieuwbare elektriciteit gebruikt in NL, waarvan 10,3 TWh in NL was opgewekt (26%). Die uitsplitsing maakte Kamp vorig jaar voor het eerst op verzoek van Tweede Kamerlid Jan Vos (PVDA) en vanaf dit jaar doet Certiq dat zelf in zijn jaaroverzicht.

In dat jaaroverzicht is in kaart gebracht hoeveel garanties van oorsprong (GVOs) zijn aangemaakt, afgeboekt, geïmporteerd en geëxporteerd. Bovenstaande verbruikscijfers hebben betrekking op GVOs die in 2014 werden afgeboekt. Dat wil dus niet per definitie zeggen dat de groene stroom waarnaar die GVOs verwijzen ook in dat jaar geproduceerd werd. Het is immers mogelijk een GVO los te verhandelen. Per geproduceerde MWh aan groene stroom wordt één GVO aangemaakt, wat wil zeggen dat 1 TWh aan groene stroom correspondeert met 1 mln GVOs, maar pas bij afboeking van die GVOs is de groene stroom administratief gezien ook geconsumeerd.

De hoeveelheid in 2014 aangemaakte certificaten voor groene stroomproductie in Nederland wijkt met 11,46 TWh dan ook iets af van het aantal afgeboekte certificaten. Er werden 32,5 mln GVOs uit het buitenland geïmporteerd, maar deze werden lang niet allemaal afgeboekt. De meeste buitenlandse GVOs (ruim 25 TWh) waren in 2014 GVOs van waterkrachtcentrales. Op grote afstand volgen windenergie (4,7 TWh), biomassa (2,4 TWh), geothermie (233 GWh) en zonnestroom (72 GWh).

De meeste geïmporteerde GVOs komen nog altijd uit Noorwegen (ruim 11 TWh), en dat zijn vrijwel allemaal GVOs van waterkrachtcentrales. Daarnaast leveren ook Franse, Zweedse en IJslandse waterkrachtcentrales substantiële hoeveelheden GVOs, terwijl uit Denemarken vooral wind-GVOs (2,9 TWh) worden geïmporteerd.

Bijna 7 TWh aan garanties van oorsprong werd ook weer geëxporteerd, met België als hoofdafnemer (ruim 5 TWh). Aangezien de meeste geëxporteerde GVOs eveneens waterkracht-GVOs waren, gaat het hier niet zozeer om Nederlandse GVOs die in het buitenland in trek zijn, maar om het doorverkopen van import-GVOs.

 

 Bron: ENERGEIA