arrow_back

Provincie Groningen behaalt certificaat op CO2-Prestatieladder: ‘Een nieuwe basis om op voort te bouwen’

Voor veel organisaties is certificering op de CO2-Prestatieladder het startschot van een duurzaam avontuur. Voor provincie Groningen ligt dat nét even anders. De provincie was namelijk al jaren voortvarend aan het verduurzamen. Gedeputeerde Fleur Gräper-van Koolwijk: “De CO2-Prestatieladder gaf ons een nieuwe ‘normaal-grens’, een nieuwe basis om op voort te bouwen.”

Duurzaamheid is al jaren een belangrijk agendapunt voor provincie Groningen. Zo is het provinciehuis sinds 2020 volledig gasloos (onder andere dankzij 660 zonnepanelen en warmtepompen) en rijdt een groot deel van het wagenpark elektrisch of op HVO 100 (Hydrotreated Vegetable Oil). Daarnaast vaart één van de inspectieschepen van de provincie sinds 2019 ook op elektriciteit en is de eerste vrachtwagen op waterstof inmiddels besteld.

Ook de ambities voor de toekomst liegen er niet om. In 2030 wil de provincie een CO2-reductie van 55 procent bereikt hebben en vanaf 2028 moeten alle gebouwen die het in beheer heeft energieneutraal zijn. In 2030 rijdt het gehele wagenpark van lichte voertuigen daarnaast emissievrij rond. Veel duurzame wapenfeiten en ambities dus. Sinds kort mag de provincie een niveau 3-certificaat op de CO2-Prestatieladder aan dat mooie lijstje toevoegen.

Een bijzondere provincie

Een logische keuze, zegt gedeputeerde Tjeerd van Dekken (die onder andere milieu in zijn portefeuille heeft). De keuze leidde tot weinig weerstand bij het college, vertelt hij: “We herkennen de urgentie van verduurzaming in Groningen als geen ander en doen er zoveel mogelijk aan. De CO2-Prestatieladder is een mooi, aanvullend instrument om onze ambities vorm te geven.”

Gräper-van Koolwijk vult aan: “We zijn wat dat betreft een bijzondere provincie. De nadelige gevolgen van een fossiele samenleving voelen we hier elke dag. Het bewustzijn dat het anders moet, is daarom ontzettend groot. Iedereen is op zoek naar antwoorden op de vraag: hoe kan het beter?”

Practice what you preach

De provincie behaalde dan ook geen certificaat op de Ladder om met verduurzaming aan de slág te gaan; dat deed het al jaren. Toch heeft het meerwaarde, legt Dorien Cramer (projectleider CO2-Prestatieladder) uit: “Ten eerste versterkt het de voorbeeldrol die we als provincie willen pakken: practice what you preach. Daarnaast (en misschien nog wel belangrijker) maakt certificering op de Ladder gedetailleerd inzichtelijk wat we al deden. Het is voor ons veel meer een toetsing of we op de goede weg zitten dan een startschot: doen we in de praktijk wat we in ons gevoel denken te doen? En wat is er nog meer mogelijk? Het biedt een goede basis om op voort te bouwen en op koers te blijven.”

Provincie Groningen monitorde de duurzame ontwikkelingen binnen de organisatie al, maar Cramer merkte al snel dat de CO2-Prestatieladder een grondigere monitoring vereist. “Dit doe je er niet zomaar even bij”, zegt ze. “Verschillende teams en domeinen moesten met elkaar samenwerken om alles inzichtelijk te krijgen, ook op managementniveau. Het is gedetailleerd en diepgaand, maar dat is juist goed. Zo krijg je een completer inzicht in je eigen voetafdruk, waardoor je ook beter aan de verschillende knoppen kan draaien.”

Uitdagingen waren er dus wel, maar Cramer kijkt positief terug op het certificeringsproces: “Als duurzaamheid breed gedragen wordt, is het veel gemakkelijker om het op de werkvloer in de praktijk te brengen. De praktische invulling is bijna bijzaak, omdat de duurzame visie in Groningen staat als een huis.”

Harde en zachte instrumenten

Certificering op de CO2-Prestatieladder werd inderdaad breed gedragen, beaamt Gräper-van Koolwijk. “Om verduurzaming in de provincie in gang te zetten, hebben we zowel zachte als harde instrumenten nodig”, legt ze uit. “Bij zachte instrumenten moet je denken aan het enthousiasmeren van andere organisaties en het uitzetten van prijsvragen. De CO2-Prestatieladder is bij uitstek een voorbeeld van een hard instrument. Het geeft ons een nieuwe normaal-grens en stelt ons in staat om harde en meetbare duurzaamheidseisen aan onszelf te stellen. Op basis daarvan kunnen we doorgroeien.”

Ook op de Ladder is provincie Groningen van plan om op termijn vervolgstappen te zetten, naar niveau 4 of 5. Hoewel de provincie al meerdere keren aanbesteedde met de Ladder, zal dat op die hogere niveaus steeds belangrijker worden. Maar Gräper-van Koolwijk verwacht dat dat geen probleem zal zijn. De provincie is namelijk al nadrukkelijk bezig met duurzaam opdrachtgeverschap. “Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is een belangrijk onderdeel van onze duurzame strategie en missie. We kijken daarbij niet alleen naar CO2-reductie, maar ook naar sociale vraagstukken zoals inclusie. Dat vinden we belangrijk, want als je niet let op wat je inkoopt, schiet je onder de streep weinig op.”

De markt een zetje geven

Provincie Groningen onderzoekt dan ook bewust hoe het de markt een zetje in de juiste richting kan geven. Wat daarbij helpt: duidelijkheid scheppen over de toekomst. De provincie ontwikkelde bijvoorbeeld een mobiliteitsroutekaart, waarin het de plannen en normen op dat gebied uiteenzet. “Zo nemen we bedrijven mee in onze toekomst en weten zij welke kant het opgaat”, aldus Gräper-van Koolwijk. “Als bedrijven weten dat ze over drie jaar alleen nog opdrachten krijgen als ze over elektrisch materieel beschikken, kunnen ze daarop voorsorteren. Het stimuleert hen om vandaag al duurzamere keuzes te maken.”

“Zo neem je de markt mee”, vervolgt ze. “Je neemt onzekerheid weg en maakt de businesscase voor duurzaamheid interessanter.”

Voor duurzaamheid kiezen

Provincie Groningen is de derde provincie van Nederland met een certificaat op de Ladder, maar als het aan Gräper-van Koolwijk ligt, volgen er snel meer. “Veel provincies zijn al veel verder met verduurzaming dan ze zelf denken. Daarom zou ik zeggen: wees niet bang om ook voor een certificaat op de Ladder te gaan. We moeten onszelf een basis gunnen om op verder te bouwen, daar kan de Ladder echt bij helpen.”

Maar alleen een certificaat op de Ladder is niet voldoende, benadrukt ze: “Je moet blijven investeren in een brede visie en voor duurzaamheid blijven kiezen. Er komen ongetwijfeld momenten dat je het onderwerp liever even parkeert, maar juist dan moet je de durf hebben om ervoor te blijven gaan.”