Sturen op circulariteit wordt in CO2-Prestatieladder 4.0 nog meer beloond dan in versie 3.1. Circulaire keuzes maken wordt daarmee aantrekkelijker voor u als certificaathouder. In dit blog leggen we uit wat circulariteit is en hoe u hierop kunt sturen met versie 4.0 van de Ladder.
Het belang van circulariteit
Circulariteit en CO2-reductie zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Circulariteit gaat vooral over het hergebruik van grondstoffen, materialen of producten. Circulair werken betekent dat grondstoffen en materialen hun waarde behouden omdat ‘afval’ wordt gezien als de basis voor een nieuw product. Dat er minder nieuwe grondstoffen, materialen en producten bijkomen is beter voor mens en milieu: het voorkomt vervuiling, slechte arbeidsomstandigheden bij de winning en productie van grondstoffen én CO₂-uitstoot.
Hernieuwbare grondstoffen
Circulariteit kan ook gaan om de mate waarin een grondstof hernieuwbaar is. Hout is hier een goed voorbeeld van. In plaats van dat bij de productie CO2 wordt uitgestoten, zoals bij beton en staal, legt hout juist CO2 vast. In het geval van een duurzaam ontwerp van een houten bouwwerk blijft deze CO2 voor lange tijd opgeslagen. Vanwege deze voordelen wordt hout steeds vaker ingezet als duurzaam alternatief voor beton en staal.
De R-ladder
Bij circulariteit en de circulaire economie wordt vaak verwezen naar de R-ladder. Deze ladder maakt onderscheid tussen zes vormen van circulariteit.
- Refuse en rethink: Afzien van producten of producten intensiever gebruiken
- Reduce: Producten efficiënter fabriceren of efficiënter maken in het gebruik
- Reuse: Hergebruik van producten
- Repair, refurbish, remanufacturing en repurpose: Reparatie of hergebruik van productonderdelen
- Recycling: Verwerken en hergebruiken van materialen
- Recover: Energie terugwinnen uit materialen, bijvoorbeeld door verbranding
Netto CO2-winst
Ook bij circulair werken vinden vaak nog CO2-emissies plaats, bijvoorbeeld bij het transporteren, verwerken en eventueel bewerken van materialen. Hoe duurzamer deze processen, hoe minder uitstoot. Ondanks deze uitstoot bij circulair werken zult u op de langere termijn netto vrijwel altijd minder CO2 uitstoten dan wanneer u gebruik maakt van niet-hernieuwbare grondstoffen of nieuwe materialen.
Circulariteit en de CO2-Prestatieladder
De CO2-Prestatieladder kan u helpen bij circulair ondernemen. De maatregellijst biedt verschillende circulaire maatregelen die CO2-reductie opleveren. Deze zijn gericht op reductie van de uitstoot tot 2050. Daarnaast wordt u uitgedaagd na te denken over emissies buiten uw waardeketen, maar waar u wel invloed op heeft: overige beïnvloedbare emissies (OBE).
Minder scope 3-emissies
Wanneer u circulaire maatregelen neemt, kan dit CO2-reductie opleveren. Hergebruik van materialen zoals beton, klinkers en asfalt zorgt bijvoorbeeld voor een lagere scope 3-uitstoot, omdat u hiermee geen nieuwe productie veroorzaakt. Door de levensduur van een materiaal of product te verlengen, wordt de CO2-uitstoot over een langere periode ‘uitgesmeerd’. Deze CO2-winst kunt u verrekenen in uw CO2-boekhoudsysteem. Dit kon al in versie 3.1 en blijft zo in versie 4.0.
Overige beïnvloedbare emissies (OBE)
Wat nieuw is in versie 4.0 van de CO2-Prestatieladder, is dat u ook wordt beloond voor het nemen van circulaire keuzes die emissies buiten uw directe waardeketen reduceren: de overige beïnvloedbare emissies (OBE). Door te zorgen voor een herbestemming van materialen of het vastleggen van CO2 door het gebruik van hout, zorgt u ervoor dat een andere partij geen of minder CO2 uitstoot. Zulke vermeden emissies mag u weliswaar niet verrekenen in uw CO2-boekhouding, maar wel benoemen onder OBE.
Door circulaire keuzes te maken kunt u op verschillende manieren invloed uitoefenen op de CO2-emissies buiten uw directe waardeketen. Een aantal voorbeelden:
- Bestemming zoeken vrijgekomen materiaal
Bent u als bedrijf actief in bijvoorbeeld grondverzet of sloop van bouwwerken, dan moet u een bestemming vinden voor de vrijgekomen grondstoffen en materialen. U kunt deze ergens storten als afval of laten verbranden. Maar in plaats daarvan kunt u vanuit de OBE-gedachte ook op zoek naar partijen die de vrijgekomen grond, beton of staal weer opnieuw kunnen inzetten.
In de vorige versies van de CO2-Prestatieladder was dit nadelig voor uw boekhouding, omdat deze aanpak zorgt voor extra stappen in het proces, zoals transport en bewerking, en dus voor meer uitstoot in scope 1, 2 of 3. Dankzij de introductie van OBE wordt het vinden van een circulaire bestemming nu wel beloond op de Ladder, omdat bij uw acties ook wordt gekeken naar de impact die u maakt buiten de scopes.
Ook architecten- en ingenieursbureaus worden dankzij OBE meer beloond op het gebied van circulariteit. Bijvoorbeeld door gebouwen en constructies te ontwerpen met hernieuwbare materialen of materialen die na gebruik nog een nieuw leven kunnen krijgen. Maar niet alleen in de keuze voor het materiaal, ook in de bouwwijze kunt u sturen op circulariteit. Door modulair te ontwerpen, is een bouwwerk na gebruik eenvoudiger te demonteren en opnieuw in elkaar te zetten.
Wat zijn overige beïnvloedbare emissies (OBE)?
Overige beïnvloedbare emissies (OBE) zijn emissies die volgens het GHG Protocol voor de organisatie buiten scope 1, 2 of 3 vallen. De reden is dat deze kort-cyclisch zijn, zoals biogene emissies, of buiten de waardeketen van de organisatie optreden. Als de organisatie deze emissies wel significant kan beïnvloeden, zijn deze relevant om een bijdrage te leveren aan wereldwijde klimaatneutraliteit.
Binnen OBE worden drie OBE-typen onderscheiden:
- biogene CO2-emissies
- CO2-verwijderingen
- vermeden emissies
NB: CO2-compensatie is nadrukkelijk géén onderdeel van OBE.
In dit blog leest u meer over overige beïnvloedbare emissies (OBE).
Circulariteit op trede 1, 2 en 3
Circulariteit speelt op alle 3 de treden van Ladder 4.0 een rol.
Trede 1
Trede 1 stelt slechts beperkte eisen op het gebied van circulariteit, omdat deze trede zich enkel richt op uw eigen directe uitstoot. Via de maatregellijst wordt u gewezen op circulaire maatregelen, maar er wordt nog niet van u verwacht dat u hier iets mee doet.
Trede 2
Voor trede 2 kijkt u verder dan uw eigen directe uitstoot en bent u dus verplicht aan te geven welke circulaire maatregelen u neemt. Als het gaat om CO2-reductie buiten uw waardeketen hoeft u nog niet te berekenen hoeveel CO2-reductie u hiermee realiseert.
Trede 3
Voor trede 3 geeft u net als bij trede 2 aan welke circulaire maatregelen u neemt. In dit geval moet u wél een berekening maken van de CO2-winst, bijvoorbeeld wat het oplevert als bij een ontwerp hernieuwbare materialen worden gebruikt. Voor het kwantificeren van emissies biedt de Ladder een aantal methoden.
In dit blog leest u meer over de eisen voor trede 2 en 3 met betrekking tot OBE en vindt u een video van het webinar hierover.
Met de Ladder sturen op circulariteit
Het gebruik van de CO2-Prestatieladder is een mooi instrument om te sturen op circulariteit. Het inzetten van gebruikte materialen, het gebruik van materialen die CO2 vasthouden of het vinden van een nieuwe bestemming voor materialen die zijn vrijgekomen bij uw project dragen in belangrijke mate bij aan vermindering van emissies. Hiervoor wordt u in versie 4.0 van de Ladder beloond door de introductie van Overige Beïnvloedbare Emissies (OBE).
Circulariteit in de praktijk: Dura Vermeer
Steeds meer Ladder-gecertificeerde organisaties omarmen circulariteit. Een daarvan is Dura Vermeer, een van de grootste bouwbedrijven in Nederland. In dit praktijkverhaal laat Eldar Biro van Dura Vermeer zien hoe het bedrijf circulair werkt met behulp van onder meer een marktplaats voor materialen en circulaire hubs.
Meer lezen:
Wat zijn overige beïnvloedbare emissies (OBE)?
Circulair werken in de praktijk: Dura Vermeer over hubs en een marktplaats voor materiaal