Nu de urgentie om klimaatverandering aan te pakken toeneemt, worden organisaties geconfronteerd met een groeiend aantal instrumenten om hun CO₂-voetafdruk te verkleinen. Twee van deze instrumenten – het Science Based Targets initiative (SBTi) en de CO₂-Prestatieladder – staan bekend om hun effectiviteit bij het sturen op betekenisvolle emissiereductie. Hoewel ze gemeenschappelijke doelen nastreven, verschillen hun aanpak en toepassing aanzienlijk. In deze vergelijking lichten we de verschillen en overlap tussen de instrumenten toe.

Inzicht in de instrumenten

SBTI: doelstellingen afstemmen op klimaatwetenschap

SBTi is een samenwerkingsinitiatief van onder meer CDP, het UN Global Compact, WMBC, WRI en het Wereld Natuur Fonds. Het stelt organisaties in staat om broeikasgasreductiedoelstellingen vast te stellen die zijn gebaseerd op klimaatwetenschap. De focus ligt op afstemming met het Akkoord van Parijs, met zowel kortetermijndoelstellingen (5–10 jaar) als langetermijndoelstellingen (netto nul in 2050). Validatie vindt plaats via SBTi Services, een second-party-proces dat ervoor zorgt dat doelstellingen voldoen aan strenge en transparante standaarden. Organisaties verbinden zich op vrijwillige basis aan SBTi en starten met een zelfevaluatie, waarna zij hun doelen indienen voor validatie. De kosten hebben vooral betrekking op het validatieproces; grote bedrijven betalen hiervoor een vergoeding, terwijl MKB-bedrijven gebruik kunnen maken van een vereenvoudigd en goedkoper validatieproces.

Na goedkeuring van de doelstellingen moeten organisaties jaarlijks hun voortgang zelf rapporteren. Elke vijf jaar is een volledige herbeoordeling vereist om de afstemming met de meest recente klimaatwetenschap te waarborgen.

CO2-Prestatieladder: geïntegreerde aanpak

De CO₂-Prestatieladder daarentegen biedt een gestructureerd managementsysteem om organisaties te helpen hun CO₂-uitstoot en energieverbruik te reduceren. Gebaseerd op het Plan-Do-Check-Act (PDCA)-model voor continue verbetering, gaat de Ladder verder dan alleen reductiedoelen. Het systeem omvat ook stakeholderbetrokkenheid, energie-efficiëntie en duurzaam inkoopbeleid (inclusief levenscyclusanalyse), waarmee het een geïntegreerde aanpak van emissiereductie stimuleert. Organisaties kunnen worden gecertificeerd op verschillende niveaus en zo hun voortgang aantonen. De certificering wordt uitgevoerd door onafhankelijke en geaccrediteerde certificerende instellingen, wat zorgt voor betrouwbaarheid en objectiviteit. Deelname is vrijwillig. Organisaties starten met een zelfevaluatie om hun instapniveau te bepalen, gevolgd door een externe audit.

Een jaarlijkse audit is vereist om aan te tonen dat aan de eisen wordt voldaan, met een volledige hercertificering elke drie jaar. De kosten zijn afhankelijk van het gewenste certificeringsniveau en omvatten zowel interne inspanningen als externe auditkosten.

Gedeelde doelstellingen

Zowel SBTi als de CO₂-Prestatieladder zijn gebaseerd op de ambitie om broeikasgasemissies te reduceren en bij te dragen aan mondiale klimaatdoelen. Organisaties die met een van beide instrumenten aan de slag gaan, versterken hun transparantie en verantwoording in klimaatbeleid. Beide tools worden steeds relevanter binnen inkoopprocessen en maken het mogelijk om leveranciers te betrekken bij de CO2-reductiestrategie van de organisatie. Door duidelijke verwachtingen te stellen, geven SBTi en de Ladder organisaties de middelen om actief bij te dragen aan de aanpak van de klimaatcrisis.

Verschillende benaderingen

Hoewel hun doelstellingen overeenkomen, verschillen de aanpakken van de tools. SBTi richt zich op het vaststellen en valideren van wetenschappelijk onderbouwde emissiereductiedoelstellingen. Dit vraagt van organisaties dat ze een solide en nauwkeurige emissiebasis vastleggen als uitgangspunt. Het validatieproces is binair (goedgekeurd of niet), wat zorgt voor consistentie met wetenschappelijke standaarden, maar laat de implementatie volledig over aan de organisatie.

De CO₂-Prestatieladder biedt juist een breder raamwerk. Met haar meerlaagse certificeringsstructuur kunnen organisaties stapsgewijs hun inzicht en beheersing van emissies verbeteren. Zelfs zonder op te schalen in niveau, stimuleert het systeem hen om continue verbetering te realiseren en duurzaamheid dieper te integreren in hun bedrijfsvoering.

De Ladder kijkt verder dan alleen emissiereductie: stakeholderbetrokkenheid, energie-efficiëntie en duurzaam inkopen (met o.a. levenscyclusanalyse) vormen eveneens belangrijke onderdelen. Deze geïntegreerde benadering maakt de Ladder bijzonder geschikt voor organisaties die CO₂-management structureel willen verankeren.

Toepassing binnen inkoop

In de praktijk bieden beide instrumenten ook waardevolle toepassingen binnen inkoopprocessen, zij het op verschillende manieren.

SBTi wordt vaak gebruikt als toetsingskader voor het klimaatbeleid van leveranciers. Organisaties kunnen van hun leveranciers eisen dat ze gevalideerde SBTi-doelen hebben, of aantoonbaar werken aan het stellen ervan. Ook wordt regelmatig gebruikgemaakt van Scope 3-verplichtingen richting leveranciers, waarbij zij zelf ook science-based targets moeten opstellen. Hiermee wordt de keten stap voor stap afgestemd op wetenschappelijke klimaatdoelen.

De CO₂-Prestatieladder biedt een meer genuanceerde benadering. Het certificeringsniveau van een leverancier wordt gebruikt als maatstaf voor duurzaamheidsprestaties. De Ladder bevat bovendien een unieke stimulans in aanbestedingen: inkopers kunnen werken met fictieve kortingen of puntensystemen, waarmee aanbieders met een hoger certificeringsniveau voordeel krijgen in de gunning. Indien gewenst kunnen de eisen ook beperkt blijven tot de specifieke opdracht. Dit systeem beloont leveranciers voor hun vooruitgang en stimuleert brede verduurzaming in de keten.

Complementaire sterktes

Voor organisaties die al werken met één van beide instrumenten, biedt het combineren ervan extra voordelen. Gebruikers van SBTi zullen merken dat veel van hun emissie-inzichten en doelen aansluiten bij de eisen van de Ladder. Wel moeten zij aanvullende stappen zetten om te voldoen aan de bredere managementeisen van de Ladder.

Organisaties die al werken met de CO₂-Prestatieladder kunnen juist profiteren van de wetenschappelijke onderbouwing en geloofwaardigheid van het validatieproces van SBTi. Samen bieden beide instrumenten een solide combinatie van strategische richting en praktische verankering.

Samenvatting in één oogopslag

KenmerkSBTiCO₂-Prestatieladder
ReikwijdteAlleen broeikasgasemissiesBreder CO₂-managementsysteem
StructuurValidatie van doelenMeerdere certificeringsniveaus
Toepassing in inkoopBinaire of doelgerichte beoordelingStimulans via fictieve kortingen in aanbestedingen
ValidatieSecond-party via SBTi ServicesThird-party via geaccrediteerde certificerende instellingen
KostenValidatiekosten (met gereduceerd tarief voor MKB)Kosten voor implementatie, audits en bijdrage aan het schema, afhankelijk van grootte en niveau

Wat betekent dit voor uw organisatie?

SBTi en de CO₂-Prestatieladder zijn complementaire instrumenten die organisaties helpen klimaatdoelen te realiseren. Waar SBTi uitblinkt in wetenschappelijke doelbepaling, biedt de Ladder een breed toepasbaar en praktisch raamwerk voor structurele verduurzaming – inclusief concrete stimulansen voor ketenpartners. Samen vormen ze een krachtige combinatie waarmee u een ambitieuze klimaatstrategie voor uw organisatie kunt.

>> Lees hier meer over de onderlinge relatie tussen de CO₂-Prestatieladder, CSRD en SBTi.