arrow_back

Verslag Kennissessie Mobiele werktuigen en Datamonitoring

Op 11 december 2019 organiseerde SKAO in samenwerking met Rijkswaterstaat een bijeenkomst over Mobiele werktuigen en datamonitoring. Tijdens de bijeenkomst werd er antwoord gegeven op de vraag: Welke mogelijkheden biedt datamonitoring voor een betrouwbare kwantitatieve brandstofregistratie van mobiele werktuigen? 

Om de inzet van schoon en zuinig bouwmaterieel (mobiele werktuigen) te stimuleren willen opdrachtgevers voor GWW-projecten afspraken kunnen maken over brandstofgebruik en emissies. Een betrouwbare en nauwkeurige brandstofregistratie op een project is daarvoor een belangrijke basis, zodat afspraken kunnen worden gecontroleerd. Met deze kennissessie hebben SKAO en Rijkswaterstaat onderzocht welke rol datamonitoring kan spelen bij afspraken tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers, in het kader van emissiereductie.

De bijeenkomst werd geopende door Dik de Weger van Rijkswaterstaat.Hij liet zien dat emissies van mobiele werktuigen en de emissieloze bouwplaats voor de overheid belangrijke onderwerpen zijn geworden, vanwege het Klimaatakkoord, het Stikstof vraagstuk en het Schone Lucht Akkoord. Vanuit Rijkswaterstaat wordt een traject ingezet om tot een ‘emissieloze bouwplaats in 2030’ te komen. Brandstofregistratie en datamonitoring zal daar op een of andere manier een rol in spelen. Rijkswaterstaat maakt meer en meer gebruik van DuboCalc en MKI in aanbestedingen en door SKAO wordt gekeken naar een vereenvoudigde aanpak om de MKI ook toepasbaar te maken voor decentrale opdrachtgevers zoals gemeenten en waterschappen. Het initiatief voor deze bijeenkomst past in het licht van deze ontwikkelingen. Download de presentatie van Dik de Weger.

 

Hoe werkt het in de praktijk?

Tijdens de bijeenkomst werden er meerdere presentaties gegeven door bedrijven die veel ervaring hebben met mobiele werktuigen en datamonitoring. Jelle Coen Bijlsma, eigenaar van Jelle Bijlsma BV is eenaannemer met circa 150 fte in de grond, weg en waterbouw, met veel eigen materieel. Hij heeft zijn volledige vloot aan materieel gedigitaliseerd via één platform ‘Grip’ en gekoppeld aan bestaande systemen voor de bedrijfsvoering. Via een app meldt de machinist elke dag de machine waarop hij werkt aan. Automatisch worden locatie, brandstofverbruik, draaiuren, etc. bijgehouden en gelinkt aan projecten, facturering en verloning. Investering is snel terugverdiend door verbetert inzicht, optimaliseringen in de bedrijfsvoering en ook door tegengaan van brandstofdiefstal. De ontwikkeling is ondersteund door 52 Degrees North. Download de presentatie van Jelle Coen Bijlsma.

 

Madeleine Schenk is teamleider KAM bij Martens en Van Oord.Ook MVO is een aannemer (250 fte) in de grond, weg en waterbouw, met veel eigen materieel. Madeleine Schenk presenteerde het project ‘aanleg Beatrixsluis’, waar MVO verantwoordelijk was voor het grondverzet. Project is door Rijkswaterstaat aanbesteed met gunningsvoordeel voor een lage MKI-waarde (Milieukosten indicator). Bij inschrijving is door MVO een MKI-waarde voor het totale grondverzet afgegeven die aan het eind van het project met een DuboCalc berekening of LCA verantwoord moest worden. Op basis van het ontwerp en de gegevens van het eigen dataplatform zijn voor elke grondstroom in het project brandstofgegevens, vervoersbewegingen, materiaalhoeveelheden en dergelijke verzameld. Hiermee is een totale LCA opgesteld van het grondverzet van het uitgevoerde project. De uiteindelijk gerealiseerde MKI -waarde bleek circa 30% lager te liggen dan de oorspronkelijke inschrijving. Download de presentatie van Madeleine Schenk.

 

PVH Mobile Automation is een bedrijf dat elektronica en software oplossingen voor mobiele systemen ontwikkelt. Paul van Haperen vertelt over het systeem dat hij voor MVO heeft gerealiseerd. PVH heeft voor MVO een deel van het bestaande materieel uitgerust met datamonitoring (retrofit). Daarnaast had MVO al veel materieel dat ‘af fabriek’ voorzien is van datamonitoring. Door PVH is een dashboard gebouwd waarmee alle data van het materieel, afkomstig van zowel de dataplatforms van machineleveranciers als van het bestaande materieel met retrofit, genormaliseerd bij elkaar wordt gebracht.

Hiervoor maakt hij gebruik van de ‘Telematica Data Standaard’ (ISO15143-3), zodat de data van het eigen materieel én van de machineleveranciers op dezelfde definities gebaseerd zijn. Paul geeft een aantal ervaringen mee:

  • Het kan!
  • Uniforme definities zijn belangrijk
  • Houd controle over uw data
  • Data koppeling fabrikanten, minder up-to-date dan fabrikant portal
  • Garbage in / garbage out, specificatie is geen implementatie
  • Maatwerk materieel en projecten, behoeft vaak een maatwerk oplossing
  • Agrarische sector als voorbeeld en inspiratie

Tevens geeft hij als kanttekening aan dat 100% nauwkeurigheid niet mogelijk is. Brandstofmetingen van personenauto’s hebben in het laboratorium een afwijking van +/-4% en in de werkelijke wereld loopt dit op tot +/- 8-9% (TNO 2013 R10297). Voor mobiele werktuigen zal dit niet minder zijn. Download de presentatie van PVH-Automation.

 

BIA is onder meer dealer van Komatsu. Als BIA hebben zij een eigen platform voor datamonitoring ontwikkeld dat toegankelijk is voor alle merken. Alexander Beers en Stephan van Houtvinck lieten de mogelijkheden van dit platform zien. Via dit platform kan van elke machine een groot aantal parameters gevolgd worden en op verschillende manieren gerapporteerd (bijvoorbeeld per tijdseenheid of per groep van machines). De eigenaar of gebruiker van de machine kan hierop inloggen. Ook voor BIA als leverancier ontstaan hier waardevolle inzichten, bijvoorbeeld over de werkelijke reducties van hybride materieel en over het grote aandeel ‘idle-time’ (stationair draaien) dat bij sommige gebruikers oploopt tot 50%. Download de presentatie van BIA.

 

Xeelas is een software- en productontwikkelaar. Dick Klaassen presenteert het werk dat Xeelas gedaan heeft voor Bredenoord aggregaten. Bredenoord verhuurt aggragaten en bijbehorende brandstoftanks voor onder meer bouwprojecten en festivals. Xeelas heeft alle brandstoftanks (circa 1500) via retrofit voorzien van een kastje, met zonnecel en batterij. Met dit kastje kan de hoeveelheid brandstof worden gepeild (ultrasoon) en worden de gegevens over brandstofgebruik en locatie verzonden. Om deze gegevens te verwerken is een dataplatform gebouwd dat Bredenoord gebruikt om de logistiek en het beheer van deze brandstoftanks te optimaliseren. Hiermee kan bijvoorbeeld het aantal tankbeurten sterk worden teruggedrongen omdat niet meer op vaste momenten getankt wordt, maar op basis van inzicht in het werkelijke verbruik. Ook voor de aggregaten zelf is eenzelfde systeem geïmplementeerd. Download de presentatie van Xeelas.

 

Skoon is een start-up die de ambitie heeft om de ‘AirBnB’ van batterijverhuur te worden. Peter Paul van Voorst tot Voorst heeft daarnaast een concept ontwikkeld om gebruik van elektrisch materieel te monitoren en de uitstoot (via een ‘digital twin’) te vergelijken met emissies van vergelijkbaar bestaand materieel dat fossiele brandstof gebruikt. Ook biedt Skoon aan om voor geïnteresseerde partijen te onderzoeken of bestaand materieel elektrisch omgebouwd kan worden of dat er elektrische alternatieven op de markt zijn. https://watkanwel.eu/

 

Discussie

De discussie concentreerde zich vooral de haalbaarheid van dergelijke monitoringsystemen ook voor kleinere aannemers. Een compleet systeem zoals Jelle Bijlsma dat heeft ingericht voor zijn bedrijf is nog vrij uniek in de markt. Materieel dat sinds 2011 verkocht wordt is echter min of meer standaard met mogelijkheden voor datamonitoring uitgerust. Maar lang niet alle bedrijven maken daadwerkelijk gebruik van die mogelijkheden. Kosten voor retrofit worden geschat op 400 euro (kastje Xeelas) tot circa 1000 euro per machine.

Jelle Bijlsma schat in dat de investering in een compleet monitoringsysteem zoals zijn bedrijf heeft gedaan voor een bedrijf met 30-40 personeelsleden al rendabel is. Hij laat onderaannemers ook in zijn systeem meedraaien doordat deze via een smartphone-app handmatig tankgegevens, draaiuren en locatie kunnen doorgeven. Hij waarschuwt voor het direct vrijgegeven van data aan opdrachtgevers. Eerst moet je er zelf ervaring mee opdoen en overtuigd zijn van de kwaliteit van de data. Dick Klaassen van Xeelas onderschrijft dit vanuit hun ervaringen.

 

Gijs Termeer (SKAO) vraagt zich af of het haalbaar is om bijvoorbeeld vanaf 2022 datamonitoring van brandstofgebruik standaard in grote projecten voor te schrijven. Aannemers in de zaal geven aan dat dat wel kan, mits er een businesscase achter zit. Projecten moeten niet te klein zijn. Vertegenwoordigers van brancheorganisaties (Cumela, Bouwend Nederland) geven aan dat voor veel bedrijven de kennis op dit gebied beperkt is. Bij verdere implementatie is daar nadrukkelijk aandacht voor nodig, om te zorgen dat vooral kleinere aannemers niet uitgesloten worden.

Een vertegenwoordiger van DuraVermeer vraagt zich af of monitoring altijd nodig is. Via het EMMA model van TNO zijn CO2-emissiecijfers per type machine bekend. Albert Lusseveld (BMWT) geeft aan dat daar geen rekening wordt gehouden met gebruik van biobrandstoffen. Steeds meer materieel wordt door producenten vrijgegeven voor het gebruik van biodiesel.

 

Aanbod van en vraag naar elektrisch materieel is nog beperkt. Peter Paul vVtV (Skoon) geeft aan dat er veel meer mogelijk is dan je denkt. Zij werken samen met een partij die bestaand materieel ombouwt naar elektrisch. Verder is in China veel aanbod van elektrisch materieel dat zij naar Nederland willen halen. Meer informatie te vinden op https://watkanwel.eu/

Verslag: Vincent Swinkels

Prev:
Next: