arrow_back

Hoe de GWW- en bouwsector in 2050 klimaatneutraal kan zijn

Kornelis Blok, eminent aanjager van het Europees en internationaal klimaatbeleid, beschrijft aan de hand van vijf ontwikkelingspunten hoe de bouw- en gww- sector in 2050 klimaatneutraal kan zijn. “Sinds de klimaattop in Parijs is energieneutraliteit alleen maar urgenter geworden.”

Blok is niet dogmatisch ingesteld. Je hoort hem niet zeggen: het moet zus en mag alleen zo. Met bijna veertig jaar onderzoekservaring in energiesystemen weet hij dat zo’n houding weinig uithaalt. “Je moet pragmatisch zijn en eerst uitzoeken wat werkbaar is en of het past bij de bouwcultuur van een land. We kunnen in Nederland natuurlijk zeggen: ‘we gaan meer in hout bouwen want dat is beter voor het klimaat’, maar we zijn wel een baksteenland. Dan zeg ik: je kunt ook een mooi huis bouwen met baksteenstripjes, als je zo graag baksteen wilt zien. En je komt ook een heel eind door bij de sloop van stenen gebouwen de materialen secuur te scheiden en de stromen via recycling weer tot volwaardige, herbruikbare grondstoffen om te vormen - zodat de energiestroom circulair wordt.”

 

Even doorpakken

Je kunt linksom en rechtsom wil hij maar zeggen. Tegelijkertijd legt Blok de lat hoog en is hij overtuigd van de haalbaarheid van een klimaatneutrale wereld in 2050, oftewel 100 procent groen. Maar dan moeten we nu wel doorpakken. “De grote transitie moet de komende twintig tot dertig jaar plaatsvinden. Nu is het momentum, en dat moeten we uitbouwen. Zonne- en windenergie zijn bijvoorbeeld enorm aan het opschalen en door dat proces nog eens extra te versnellen kunnen we meters maken.” Overheden, bedrijven, steden en regio’s en zelfs de consument zijn van het belang hiervan inmiddels doordrongen. Duurzaamheid is verankerd, het staat overal op de agenda. Blok: “Toen we in 2011 een rapport publiceerden voor de WWF, getiteld ‘The Energy Report: 100% Renewable Energy by 2050’, over de mogelijke ontwikkeling van de wereldenergievraag (een vraag die ik in 1984 ook voor de Nederlandse situatie heb beantwoord) was het commentaar: leuk, technisch kan het, financieel hoeft het ons de kop niet te kosten, maar toch zien we het niet snel gebeuren. En nu, in vijf jaar tijd, is de wens om klimaatneutraal te worden gemeengoed, en bijna een open deur; zowel in technisch, politiek als mentaal opzicht is duurzaamheid in een stroomversnelling geraakt.” Ga mee met die flow, zegt Kornelis Blok. “Een transitieproject van honderd jaar, dat werkt gewoon niet.”

 

CO2-Prestatieladder

Helder. Maar hoe maak je die ambitie op verstandige wijze waar? En hoe kan de bouw- en gww-sector hieraan bijdragen? Kornelis Blok begint met vast te stellen dat de invoering van de CO2-Prestatieladder het bewustzijn en ook het gedrag van de bouwsector positief beïnvloedt. Uit het proefschrift van Martijn Rietbergen (Energiebeheer gericht aanpakken, red.), een promovendus van Blok, blijkt dat bedrijven door energiebesparende beleidsinstrumenten als de CO2-Prestatieladder beduidend minder CO2 zijn gaan uitstoten. Blok: “En als ze voor de invoering van de ladder 10 tot 20 procent aan energiemanagement deden, dan deden ze dat na de invoering 70 tot 80 procent. Dat zijn indrukwekkende cijfers.” Op dit moment is Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) de ladder met concrete maatregelenlijsten aan het doorontwikkelen. Ook dringen ze bij bedrijven voorzichtig aan op klimaatneutraliteit, wat uiteraard een veel grotere stap is dan die 2, 3 of 5 procent waar bedrijven nu op jaarbasis aan werken. Blok: “Dat betekent dat je als bedrijf de lastige dingen moet gaan doen. Groene stroom inkopen is relatief gemakkelijk; klimaatneutraal worden vereist meer.”

 

Vijf stappen

Blok gaat uit van vijf opeenvolgende stappen die tezamen tot klimaatneutraliteit leiden: efficiëntie, meer gebruik maken van elektriciteit, inzet van duurzame energie, circulair bouwen/produceren en als sluitpost het verwijderen (neutraliseren of afvangen) van CO2. De eerste – efficiëntie – heeft als hoofddoel energiebesparing; verspilling zoveel mogelijk tegengaan. Volgens Blok kan Europa zijn energieverbruik de komende twintig tot dertig jaar halveren door slimmer en efficiënter te produceren en met energie om te gaan. De tweede stap, meer gebruik maken van elektriciteit, zal het energieverbruik eveneens verminderen. Blok: “Heel veel dingen die we nu met een dieselmotor doen, kan ook elektrisch worden aangedreven. En die trend is er al, bijvoorbeeld in het transport (elektrische auto’s) of in de gebouwde omgeving (warmtepompen in plaats van gasketels). Elektriciteit wordt dus al belangrijker. Ook in de industrie gaan bij allerlei processen efficiëntie en elektriciteit gelijk op. Nu is minder dan 20 procent van de energie die we gebruiken elektrisch; ik zie dat in de nabije toekomst wel naar 50 procent gaan.” Elektriciteit wordt dus de ruggengraat van de energievoorziening, waarin zon en wind de belangrijkste werkpaarden zijn – aangevuld met andere bronnen, zoals waterkracht, bio-energie, aardwarmte en misschien zelfs waterstof. Hiermee is meteen de derde stap gezet: inzet van duurzame energie. “Zon en wind zijn de hoofdmoot, die doen 50 tot 70 procent van de elektriciteitsproductie. Dat gaat lukken, zeker nu duurzame elektriciteit steeds goedkoper wordt. Bij de aanbesteding van het windpark bij Borssele was het goedkoopste bod om stroom te produceren 7,2 cent per kWh. In Abu Dabi en Dubai willen ze voor 3 cent per kWh energie uit zonlicht maken. Als de belangrijkste grondstof voor elektriciteit zo goedkoop is, wordt klimaatneutraliteit ineens een stuk haalbaarder.”

“Circulair produceren/bouwen is de vierde stap. Je gaat nog eens goed de keten bekijken: waar kan het (nog) efficiënter, hoe kunnen we (nog) beter recyclen, grondstoffen hergebruiken of terugbrengen in de keten zodat ze zoveel mogelijk sluit - en wat extra nodig is, doen we natuurlijk zoveel mogelijk bio-based.”

“De emissies die dan nog over zijn, kun je neutraliseren door CO2 uit de lucht te halen: stap vijf. In het Parijse akkoord is afgesproken dat de oorspronkelijk doelstelling (een maximale temperatuurstijging van 2 graden in vergelijking met de periode voor de industriële revolutie) bijgesteld wordt naar minder dan 2 graden (well below two degrees) met een ambitievan 1,5 graad. Willen we 2 graden halen, dan mogen we in de loop van deze eeuw geen CO2 meer uitstoten. 1,5 graad betekent dat je al in 2050 op nul moet zitten en zelfs CO2 uit de lucht moet gaan verwijderen. Dat kan bijvoorbeeld door bos aan te planten, wat CO2 afvangt. En door meer met hout te doen, ook in de bouw. Het mineraal olivijn, waar de aarde ruimschoots over beschikt, zou je eveneens kunnen inzetten: fijngemalen en over de grond uitgespreid bindt het CO2.”

 

Anders denken

Klinkt aannemelijk, maar nog even terug naar die elektrische transitie: het zal in de bouw en zeker in de gww-sector menig wenkbrauw doen fronsen. Blok: “Klopt. Ik hoor bouwers vaak zeggen: wij hebben zulk zwaar werk dat krijg je elektrisch niet gedaan. Maar dat wil ik nog wel eens zien. Want elektromotoren kunnen tegenwoordig ook heel sterk zijn. Ik snap de beperkingen, je wilt niet meteen diep in de megawatt duiken, want dat wordt te begrotelijk. Maar het is wel een lijn die de moeite van het verkennen waard is. Bovendien: in de toekomst kunnen juist die zware dingen misschien op een andere manier gebeuren. Het kan goed zijn dat het verslepen van zand in grote kiepkarren over tien jaar plaatsvindt met kleine, zelfsturende robotauto’s die dag en nacht doorrijden. Ik zeg niet dat we per se die kant op moeten, ik zeg dat we anders moeten gaan denken. Want de techniek is er en ontwikkelt zich razendsnel. We moeten ‘m alleen goed weten te managen.”

Bron: Bouwbelang

Tekst: Geert Hilferink

Prev:
Next: