arrow_back

CO2-Prestatieladder gaat door het plafond

De CO2-Prestatieladder loopt steeds vaker tegen zijn grenzen aan. Extra meetlatten voor bijvoorbeeld logistiek of beton moeten het onderscheidend vermogen binnen projecten weer terugbrengen. “Koplopers verdienen een beloning.”

De stichting SKAO presenteerde eerder deze maand de nieuwe ambities voor de periode tot 2018. Ruimte voor innovatie en het stimuleren van de dialoog tussen opdrachtgever en opdrachtnemers staan boven aan het verlanglijstje. Teamleider Gijs Termeer worstelt met een tweedeling in de markt, die zich onderscheidt in een grote groep koplopers en een grote groep achterblijvers. Bij Rijkswaterstaat en ProRail loopt de ladder tegen grenzen aan, maar tegelijk passen veel gemeenten, provincies en waterschappen de ladder nog nauwelijks toe.

Hij was dan ook niet verrast door cijfers van het Aanbestedingsinstituut, waaruit bleek dat bij 84 procent van de 1200 tenders in de bouw niets wordt gedaan met duurzaamheid. De CO2-ladder komt van pas bij 8 procent van de tenders en wordt vooral consequent toegepast bij spoor- en snelwegen. “Veel gemeenten en waterschappen kijken je nog glazig aan als je zegt dat de ladder een prima emvi-criterium is, naast de prijs. Die achterstand moet net zo goed weggewerkt, want ook daar valt nog veel uitstoot te besparen.” Termeer is van begin af aan betrokken geweest bij de opzet van de ladder en ziet vooral vooruitgang.

“We komen echt van ver. Met 750 certificaten doen 2500 bedrijven mee en die aantallen groeien gestaag.” De ladder levert aantoonbaar zo’n 10 procent minder uitstoot in drie jaar en heeft binnen de bouwsector een enorme boost gegeven aan het gebruik van groene elektriciteit, energie-efficiënte bouwmachines en zuinig rijden.

De ladder werd nog geen tien jaar geleden door ProRail bedacht en is pas vijf jaar gww-breed beschikbaar. De spoorbeheerder beloonde als eerste marktpartijen met een gunningsvoorsprong oplopend tot 10 procent, als zij de ladder beklommen en CO2-uitstoot reduceerden. En dat gebeurde in rap tempo. Vooral toen spoorbouwers doorkregen d at milieuwinst meestal ook nog geld bespaart in de bedrijfsvoering. De markt stapte massaal over op bedrijfsauto’s met energielabel A of B en schreef versneld bouwmachines af.

Glazen plafond

Probleem is wel dat het mkb blijft steken op trede 3 en de overige bedrijven allemaal trede 5 hebben bereikt. Die tredes werken als een glazen plafond, want extra inspanningen worden nauwelijks beloond. Een b rede werkgroep van zowel opdrachtgevers als marktpartijen heeft zich afgelopen jaar gebogen over de vraag hoe dat plafond te doorbreken en het onderscheidend vermogen weer groter te maken. Daarbij zijn alle partijen het eens over extra meetlatten op projectniveau, die onderdeel kunnen worden van de emvi-criteria bij de gunning. Hoe dat precies moet, is komend jaar onderwerp van discussie, maar iedereen is het eens over het einddoel.

“Hoe komen we in de bouw van de diesel af? Deze vraag leek een paar jaar geleden vloeken in de kerk, maar wordt nu hardop gesteld. Alle snelwegen moeten in 2030 energieneutraal zijn en in 2050 mogen we geen CO2 meer uitstoten. Dat zijn concrete doelen waar we iets mee kunnen en moeten”, aldus Termeer. Vooral op het gebied van beton/cement, logistiek en brandstof is op projectniveau nog veel milieuwinst te behalen. Veel opdrachtgevers nemen nu genoegen met het certificaat van het bedrijf en zijn niet geïnteresseerd in nog meer mogelijkheden, tottoenemend ongenoegen van de markt.

Marktvisie

De nieuwe Marktvisie en het klimaatverdrag van Parijs beschouwt Termeer als extra boost voor de komende jaren. “De Marktvisie stimuleert de dialoog en samenwerking tussen opdrachtgevers en markt. Het helpt enorm als partijen met elkaar in gesprek blijven ook tijdens de uitvoering over waar concreet CO2-winst is te behalen. Dat gaat niet lukken als alleen wordt gestuurd op tijd en geld. Dus moeten we extra prikkels inbouwen om ook CO2 op de bouwplaats te reduceren. De ladder beperkt zich feitelijk tot de bedrijfsvoering van de aannemer e n is niet meteen een garantie voor een ‘groen’ project. Die link willen we leggen met extra meetlatten.”

Termeer is opgetogen dat nu ook de eerste opdrachtgevers de ladder opklimmen. Begin volgend jaar bereikt het ministerie van Infrastructuur en Milieu trede 3 en binnen twee jaar wordt trede 5 verwacht. “Bij die laatste tredes is het verplicht om de dialoog aan te gaan met de andere partners in de keten. En gemeenten en waterschappen tonen ook belangstelling. Die wisselwerking van twee kanten zou een grote nieuwe stap in de goede richting zijn.”

Bron: Cobouw

Prev:
Next: