, ,
arrow_back

“Emissiereductie maakt organisaties weerbaar in turbulente tijden”

Nu 2023 voor de deur staat, is het tijd van het jaar weer aangebroken om vooruit te kijken. We spraken met SKAO programmadirecteur Gijs Termeer over de ambities voor 2023, Handboek 4.0 en het belang en de opbrengsten van het samenspel van markt en overheid voor CO2-reductie.

Wat betekent 2023 voor SKAO?

“2023 wordt voor ons een heel belangrijk jaar met de lancering van Handboek 4.0. Dit Handboek markeert de volgende stap in de doorontwikkeling van onze norm. We gaan partijen weer meer uitdagen.”

Gaat het Handboek 4.0 alleen over ambities?

“Handboek 4.0 wordt ambitieuzer in wat partijen moeten doen, maar we zorgen ook voor brede toegankelijkheid en hebben oog voor administratieve lasten. Dus het antwoord is Ja en Nee.

Ja, met de nieuwe norm gaan we certificaathouders prikkelen de lat weer hoger te leggen. Dat wordt echt een belangrijke stap. Anno 2023 kun je echt meer vragen van organisaties als het gaat om klimaatambities. Ben je in lijn met de doelstellingen van Parijs? En niet alleen voor je bedrijfsvoering, maar ook voor je keten-emissies?

Nee, als je het hebt over toegankelijkheid en administratieve lasten van de CO2-Prestatieladder. Voor toegankelijkheid geldt dat er geen sprake is van een pure koploper aanpak. Brede toegankelijkheid blijft belangrijk. Het moet ook zorgen dat een partij die eigenlijk nog niet zoveel gedaan heeft aan CO2-reductie en energiereductie dit als een tool ziet en denkt: hier kan ik mee aan de slag. Het blijft een systeem waarmee je eerst begint met: Waar ben ik eigenlijk mee bezig, wat doe ik eigenlijk? Wat kan ik doen om stappen te maken? Dus dat groeimodel blijft erin."

Welk signaal gaat volgens jou uit van deze verlaging als je naar 2023 kijkt?

“Eén van de beloftes van de CO2-Prestatieladder is, en blijft, kostenreductie. Organisaties zouden in oude gewoontes kunnen schieten en certificering even on-hold kunnen zetten om kosten te besparen. Mijn boodschap is dat CO2- en energiereductie tot kostenbesparingen leiden en je weerbaarder maakt. De energieprijzen blijven volatiel en gaan niet meer terug naar de prijs van 2018. Het blijft verstandig structureel in te zetten op reductie, je bedrijfsprocessen daarop blijven te richten en je lange termijn bril hierbij op te doen. Terugverdienen na 7 in plaats van 5 jaar is ook kostenreductie.

De tariefverlaging plaats ik in dit perspectief van kostenreductie. SKAO is een stichting zonder winstoogmerk: overschotten gaan terug naar de certificaathouders en met onze dienstverlening blijven we hen faciliteren effectief en efficiënt te reduceren. Zo hebben we sinds 2013 de afdracht van certificaathouder aan SKAO met 80% verminderd. We zijn ooit met 3,5 medewerkers begonnen en toen hadden we zo’n 80 certificaten. Nu hebben we 5,5 medewerkers en zijn er ongeveer 1325 certificaathouders."

Waarom leg je de nadruk op het faciliteren van reductie?

“Ik denk dat een hoop wetgeving op dit moment gericht is op het verplichten van maatregelen aan partijen om aan CO2- en energiereductie te doen, in plaats van ze te faciliteren en ondersteunen om hier binnen bedrijfsprocessen écht aandacht aan te geven. Dat is precies wat wij met CO2-Prestatieladder beogen. Het maakt CO2- en energiereductie een structureel onderdeel van je bedrijfscultuur en bedrijfsprocessen, en we focussen ons altijd op beperking van administratieve lasten die hierbij komen kijken.”

Hoe zie je het faciliteren terug in verantwoordelijkheid nemen door de markt zelf?

“De CO2-Prestatieladder wordt aangeraden door de markt zelf om mee aan de slag te gaan. Er zijn brancheorganisaties die voor hun leden programma's opzetten om hen te ondersteunen om dit systeem in te voeren. Dat zie je ook weer bij de overheden waarbij de koepelorganisaties, zoals de Unie van Waterschappen, echt investeert om hun waterschappen hierin mee te krijgen. Maar ook Cumela die een reductieprogramma hebben opgezet voor hun 3000 leden die dus bij hen kunnen aansluiten. Hierdoor zorgen ze eigenlijk ook dat de kosten voor zo'n lid naar beneden gaan, want anders moeten ze een adviseur inhuren. Nu zegt Cumela: Nee, wij doen dat voor jullie.

Met deze samenwerking zorg je er uiteindelijk voor dat de CO2-Prestatieladder een kosteneffectief en efficiënt instrument blijft. Dat zeggen we ook altijd: het is een instrument van overheid en markt, en daar haken NGO’ s en wetenschap dan ook bij aan.”

 Wat verwacht je in 2023 aan groei van aantal certificaathouders?

“Ik denk dat we de groei van 2022 aan ongeveer 150 nieuwe certificaathouders vasthouden. Dat blijkt uit het feit dat we samen nieuwe kansen pakken om het certificeringsschema uit te breiden. Dat heeft enerzijds te maken met de opdrachtgevende overheden zelf die zijn gaan certificeren. Alle ministeries zijn bijna gecertificeerd en 60% van de waterschappen zijn er nu mee bezig. We hebben inmiddels 40 gemeenten die een certificaat hebben. Bijna de helft van de provincies is bezig en de Veiligheidsregio's haken aan. Het zijn ook nog eens relatief grote partijen, dus die brengen ook gemiddeld meer inkomsten binnen, waardoor we dus ook weer het totaalpakket aan kosten voor iedereen kunnen verlagen.

Daarnaast zien we nu de groei in België van een handjevol bedrijven naar bijna 60 organisaties die er nu mee bezig zijn. En je ziet het terug in de brede ontwikkeling dat steeds meer partijen serieus met CO2-reductie aan de slag gaan. En dat op de een of andere manier willen verankeren binnen hun organisatie en dus dan kiezen voor een systeem wat daarbij past. En dat is de CO2- Prestatieladder.”

Welke uitdagingen zijn aan deze groei verbonden?

“Ambitieuze groei zonder dat het gepaard gaat met schade aan de geloofwaardigheid van het systeem, dat is de uitdaging. Vertrouwen is de kurk waarop de CO2-Prestatieladder drijft. De markt moet de groei aankunnen. Wij hebben 15 Certificerende Instellingen, 12 in Nederland en 3 in België. Die kunnen ook niet zomaar 100 bedrijven per jaar extra certificeren. Daar moeten mensen voor opgeleid worden.

Wij hebben een toezichthouder die ervoor zorgt dat het ook kwalitatief goed gebeurt. Dus je kunt wel snel groeien, maar als dan het toezicht, de audits of de controle van die bedrijven niet meer goed gaat, tast dat ook je geloofwaardigheid weer aan. Dus de uitdaging gaat over verstandige groei. Dat blijft balanceren en daar hebben we oog voor zodat we als SKAO en CO2-Prestatieladder gezien blijven worden als betrouwbare en geloofwaardige partij die dit goed doet.”

Nog een laatste boodschap?

"Uiteindelijk verwacht ik, en acht ik het noodzakelijk, dat richting 2030 elke organisatie van tenminste 100 medewerkers structureel werk gaat maken van CO2-reductie. Dat zijn in Nederland zo’n 7.000 à 8.000 organisaties. Wij hebben de ambitie om richting 2030 al deze partijen hierin mee te krijgen!"