arrow_back

Column Marcel van Roosmalen: Bewust leven

Idioot eigenlijk hoe snel je als mens kunt veranderen. Vorig jaar stak ik nog de ene met de andere sigaret aan, nu zuig ik af en toe aan een e-smoker. Ik ben om te scholen heb ik ontdekt.

De vriendin, type niet zeuren en doorpakken, wil me nu ook duurzamer hebben.

“Meer bewust.”

Helemaal sinds we kinderen hebben is het volgens haar zaak om anders te gaan leven. Wat of wie de Jesse Klaver in haar heeft wakker gekust weet niemand, maar ik ben het in ieder geval niet. Afgelopen zondag kregen we mijn moeder op kraamvisite, een bejaarde vrouw die in haar leven heel wat apparaten juichend heeft verwelkomd.

Leuk idee dat ik straks met hetzelfde enthousiasme afstand ga doen van dezelfde apparaten.

Terwijl ik dit typ, hoor ik de vriendin in mijn hoofd tekeer gaan.

“Jezus man, je maakt een debiel van me. Het gaat niet om apparaten. Het gaat om korter douchen, de afwasmachine pas aanzetten als hij helemaal vol is en de kraan dicht draaien tijdens het tanden poetsen.”

‘Of helemaal niets meer zelf wassen’, hoor ik mezelf in gedachten protesteren, want hardop hoor je mij, na drie jaar samenleven, niet meer.

Ik word gek van al die discussies.

Van een vermaning omdat ik per ongeluk gewone eieren in plaats van scharreleieren heb meegenomen. Van plastic tasjes in een la te moeten vouwen in plaats van telkens nieuwe te kopen wat ik een leven lang gewend was.

’s Nachts droom ik dat ik wel in verzet kom, dat ik haar terug pak door in de overdrive te gaan.

Dat ik om haar te pesten alle apparaten eruit heb gegooid.

Een wasmachine?

Wassen kan toch ook met de hand, schat. Gewoon even een knop in het hoofd omzetten en doen. Stromend water, elektriciteit en gas? Totaal overbodig! Ga lekker fikkies stoken! Hartstikke handig voor als je straks de katoenen luiers moet uitkoken.

En god wat ga ik het allemaal onthouden en beschrijven, want terug naar af lijkt me op voorhand al bestseller top 60 materiaal.

Van het zingend sprokkelen van hout voor de kachel, het gezeul met een emmer ontlasting naar de kuil tot hoe ze per paard naar haar werk moet en hoe ik ons dat dan verkoop als ‘leuk’ .

 

Terug naar de realiteit.

Volgende maand gaan we met de kinderen op bezoek bij Simon en Miranda, vrienden uit een vorig leven. Uit een Nijmeegse woongroep. Die leven nu al weer twee jaar in hun zelfgebouwde huis vol zonnepanelen in de buurt van Lelystad en je hoort ze nooit klagen. Dat kan ook helemaal niet want ze hebben geen mobiele telefoon.

Water in een jerrycan halen om je te wassen, telkens naar buiten moeten voor de wc… Simon en Miranda zeggen: Een paar stappen lopen door de tuin en je bent er.

Vuur maken om eten te koken…

Simon en Miranda zeggen: “Een houtvuur nodigt je uit om met maar een ding tegelijkertijd bezig te zijn.”

Simon en Miranda zijn mijn ergste vrienden.

Zij vinden een aardworm in de vloerbedekking gezellig.

De vriendin is zo niet, en ze wordt ook niet zo.

Maar stiekem ben ik bang dat mijn dochters ook zo gaan leven, achteruitgang is tenslotte de toekomst.