arrow_back

Wet biedt veel toekomst voor de CO2-Prestatieladder

In een serie artikelen geven Henri‰tte Former (Royal HaskoningDHV ) en Gijs Termeer (SKAO) een verdieping over de toegevoegde waarde van de CO2-Prestatieladder. In dit laatste artikel van de serie gaan de auteurs in op de interactie tussen de CO2-Prestatieladder en de wijze van aanbesteden.

Het vorige artikel beschreef op welke wijze de CO2-Prestatieladder prikkelt om maximale CO2-reductie in projecten te behalen. Er zijn echter toch ook reductiemogelijkheden die een bedrijf niet zomaar zelf voor zijn rekening kan nemen en waar het een samenspel is tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. In het onderzoek van Royal HaskoningDHV geven ge‹nterviewden aan dat wanneer een opdrachtgever zoekt naar een duurzame oplossing, met een volledig benutten van alle CO2-reductiepotentieel, zij een opdrachtnemer ook oplossingsvrijheid moet bieden. De contractvorm die een opdrachtgever kiest is hierin sterk bepalend. Zoals ‚‚n van de ge‹nterviewde aannemers zei: "Als er bij wijze van spreken zelfs al vastligt welke soort asfalt we moeten toepassen in het project, dan blijft er weinig keuze over qua duurzaamheid".


Volgens Royal HaskoningDHV biedt de nieuwe Aanbestedingswet kansen. Hierin is namelijk het toepassen van een EMVI-criterium binnen een Europese aanbesteding verplicht geworden. Aanbesteders zullen moeten motiveren waarom ze voor een bepaald bedrijf kiezen. De laagste prijs mag hierbij niet het leidende motief zijn, maar inschrijvingen moeten geselecteerd worden op basis van een combinatie van prijs en kwaliteit. Onder kwaliteit wordt veelal ook duurzaamheid en innovatie verstaan. Binnen aanbestedingen met EMVI kan de CO2-Prestatieladder ingezet worden. Juist daarom is door SKAO versie 2.0 van de ladder ontwikkeld en is er een set EMVI-eisen op 5 niveaus opgenomen in het Handboek van de CO2-Prestatieladder. Bij inschrijving geeft de opdrachtnemer aan op welke ambitieniveau van deze EMVI-eisen hij het werk gaat uitvoeren. Vervolgens kan hij door het jaarlijks tonen van een CO2-bewust certificaat op het betreffende niveau aantonen dat aan de EMVI-eisen is voldaan. De controle en afgifte van het CO2-bewust certificaat vindt plaats door certificerende instellingen. Nog steeds geldt daarbij, hoe hoger een bedrijf scoort op de ladder hoe hoger het fictieve gunningvoordeel in de aanbesteding.


Ook een RAW-bestek kan met een EMVI worden aanbesteed. Maar Royal HaskoningDHV ervaart dat ge‹ntegreerde contractvormen de aannemer meer uitdagen dan traditionele bestekken. Een vergaande vorm als DBMO legt veel verantwoordelijkheid bij de markt: de aannemende partij is zelf verantwoordelijk voor het onderhoud gedurende een bepaalde periode en zal er waarde aan hechten in deze periode zo min mogelijk onderhoud uit te hoeven voeren. Langere levensduur en hogere kwaliteit liggen voor de hand en daarmee vaak ook duurzamere oplossingen. Life Cycle Costing is hierin een belangrijk uitgangspunt: niet alleen kijken naar de initi‰le investering, maar de kosten gedurende de gehele levenscyclus meenemen.


Royal HaskoningDHV heeft ervaring met ge‹ntegreerde contractvormen waarin de CO2-Prestatieladder was opgenomen als EMVI-eis.Bij opdrachten van grote omvang (tientallen miljoenen) kan het echter zijn dat alle opdrachtnemers die hierop inschrijven maximaal scoren op deze EMVI-eis: de grote aannemers die deze klussen aan kunnen, zijn allemaal op niveau 5 gecertificeerd. Het is zaak deze EMVI-eis slim te combineren met andere eisen en een contractvorm te kiezen die de markt uitdaagt met eigen, slimme oplossingen te komen!


Volgens SKAO past de CO2-Prestatieladder heel goed binnen deze actuele ontwikkelingen in de spoor- en GWW-sector. De CO2-Prestatieladder is bijvoorbeeld een belangrijk instrument binnen het samenwerkingsverband Duurzaam GWW, waar opdrachtgevers en opdrachtnemers samen werken aan een nieuwe procesaanpak om bij aanbestedingen in de GWW tot maximale duurzaamheidwinst te komen. Idee hierachter is dat opdrachtgevers en opdrachtnemers in alle bouwfases met elkaar in dialoog gaan en samen vorm geven aan de duurzaamheidambities. Dit start al in de planfase, ruim voor de uiteindelijke bouw van het object. De CO2-Prestatieladder kan een rol spelen in verschillende fases van de bouw. Binnen de Aanpak Duurzaam GWW is ruim aandacht voor het stimuleren van de eerdergenoemde levenscyclusbenadering. Met prioriteit voor energie en CO2, grondstoffen en materialen en hinder en bereikbaarheid.


Deze artikelenreeks afsluitend concluderen wij dat er veel toekomst is voor duurzaamheid in de GWW-sector, als alle partijen elkaar met de juiste verwachtingen en beschikbare instrumenten betrekken in het vormgeven van duurzaamheid. Kennis hebben is niet de toekomst, maar het delen van kennis wel!


Prev:
Next: