Europese Green Deal

De Europese Green Deal (EGD) is de overkoepelende groene groeistrategie van de EU om de EU om te transformeren tot een moderne, hulpbronnenefficiënte en concurrerende economie en tegelijkertijd te zorgen voor:

  • een netto-uitstoot van broeikasgassen van nul in 2050,
  • economische groei wordt losgekoppeld van het gebruik van hulpbronnen,
  • geen mens en geen plaats wordt achtergelaten.

De EGD bevat veel verschillende initiatieven en heeft als doel om klimaat en duurzaamheid in alle EU-beleid te integreren (bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat een aanzienlijk deel van de EU-onderzoeksfinanciering duurzame doelstellingen ondersteunt). Een fundamenteel onderdeel van de EGD, de klimaatwet, maakt bijvoorbeeld de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn wettelijk bindend voor EU-instellingen en lidstaten. Een ander belangrijk onderdeel van de EGD is het daarmee samenhangende investeringsplan, dat het doel heeft over een periode van 10 jaar minstens 1 biljoen euro te mobiliseren via begrotingen van de EU en de lidstaten, openbare en particuliere investeringen en andere ondersteunende maatregelen. Minimaal 25% van alle EU-financiering zal worden toegewezen aan klimaatmaatregelen.

De Ladder kan een cruciale rol spelen in het halen van deze doelen: door inzicht in broeikasgas emissies en ambitieuze reductiedoelstellingen structureel in organisaties te bakken. Van de acht thema’s van de EGD, draagt de Ladder bij aan 6: klimaat, energie, vervoer, landbouw, financiën en industrie. Door de Ladder in te zetten als aanbestedingsinstrument kan overheden de verduurzaming van het bedrijfsleven in vele sectoren een belangrijke impuls geven.

De EGD schept de kaders, en de Ladder helpt om ze in te vullen.

Fit For 55-pakket

Het Fit for 55-pakket is de reeks maatregelen ontworpen om de 2030 doelen van de EGD te halen. De voornaamste doel daartussen is om voor 2030 om de uitstoot van broeikasgassen met 55% te verminderen t.o.v. 1990. Het pakket is gericht op het klimaat-, industrie-, energie-, vervoers- en belastingbeleid van de EU, waarbij per sector specifieke streefcijfers worden vastgesteld.

Het pakket omvat de herziening van veel EU richtlijnen, waaronder de regels rondom emissiehandel en energie efficiëntie (zie andere artikelen), maar verscherpt ook de reductiedoelstellingen voor broeikasgassen voor elke lidstaat van de EU (Nederland gaat bijvoorbeeld van -36% naar -48%). Bovendien richt de EU op 40% hernieuwbare energie in 2030 en het wordt verplicht om de CO2-emissies van materialen voor gebouwen te meten door hun hele levenscyclus. Belastingen op fossiele energie worden verhoogd om de verschuiving van grijze naar groene energie te versnellen en energie-efficiëntie te stimuleren. Methaan wordt ook aangepakt, naast alternatieve brandstoffen en brandstof voor vliegtuigen en schepen.

Dit allemaal met het doel om de energietransitie in een stroomversnelling te brengen met een sector overschrijdende aanpak dat de beoogde reductie voor de komende acht jaar kan behalen. Het Fit for 55 pakket is dus de komende jaren cruciaal, niet alleen voor degene met een warme hart voor duurzaamheid, maar voor alle organisaties.

De CO2 Performance Ladder is opnieuw een toepasbaar middel om deze doelen te halen en te streven naar ambitie. De Ladder kan alle soorten organisaties – bedrijven en overheden - helpen om hun energiegebruik te reduceren en geld te besparen. Dit door een verhoogde efficiëntie en door steeds minder (steeds duurdere) fossiele brandstoffen te verbranden. Bovendien kan de Ladder het gebruik van alternatieve brandstoffen een belangrijke impuls geven en de vraag naar hernieuwbare energie verhogen. Als aanbestedingsinstrument kan de Ladder de Power of Procurement inzetten om structureel reductie te verankeren in organisaties van alle soorten.

Het Fit for 55 pakket geeft de stip op de (nabije) horizon en de stappen om daar te komen dus aan, en de Ladder helpt om ons aan dat punt te brengen.

CSRD

De Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) stelt nieuwe regels voor wat en hoe bedrijven moeten gaan rapporteren over duurzaamheid. Het gaat niet alleen maar om CO2 maar ook onder andere circulariteit, biodiversiteit en de rechten van werknemers in de waardeketen. De CSRD zal van toepassing zijn voor alle grote ondernemingen en beursgenoteerde kleine en middelgrote ondernemingen - zo’n 50.000 bedrijven in de hele EU.

De CSRD betekent een paradigmaverschuiving in hoe bedrijven moeten rapporteren over hun activiteiten en de impacts daarvan – duurzaamheid wordt centraal, en niet meer op de tweede plaats na financiële verslaglegging. Organisaties moeten niet alleen aandacht hebben voor het effect van hun organisatie op duurzaamheid maar ook voor de gevolgen van milieuontwikkelingen voor hun bedrijf, de zogeheten dubbele materialiteit. Bijvoorbeeld als hun activiteiten afhankelijk zijn van een bepaald grondstof waarvan de voorziening door klimaatverandering kan worden beïnvloed. Bedrijven rapporteren dan niet alleen over het afgelopen jaar, maar ook over hun duurzaamheidsdoelstellingen op de lange termijn en de vooruitgang die ze daarbij boeken.

Standaardrapportagemethodes per thema zijn in ontwikkeling en er zullen afzonderlijke verslagleggingsstandaarden worden ontwikkeld voor kleine en middelgrote bedrijven. De Europees Commissie streeft ernaar om de rapportagenorm in oktober 2022 in te voeren, zodat bedrijven vanaf 2023 kunnen rapporteren, maar dit is nog niet zeker.

De Ladder besteedt veel aandacht aan het verkrijgen van inzicht in het monitoren van emissies en de communicatie daarover. Het kan organisaties dusdanig helpen om te voldoen aan de klimaat gerelateerde eisen van de CSRD, of om ze zelfs te overtreffen. Verder door de CO2PL te gebruiken als een GPP-instrument in inkoopprocessen kunnen overheden groene bedrijven en projecten stimuleren en organisaties bezig met hun upstream scope 3 emissies kunnen een vergelijkbaar effect op hun leveranciers. Dit draagt allemaal bij aan de doel van de CSRD om geldstromen naar de duurzame economie door te verwijzen.

De CSRD stelt de rapportage eisen, en de Ladder helpt om ze te vervullen.

Taxonomie

De taxonomie heeft als doel om regels vast te stellen voor welke economische activiteiten als groen kunnen worden beschouwd. Geen sinecure dus. Het idee is dat hierdoor:  

  • het makkelijker wordt om te investeren in groene activiteiten,
  • geld naar de duurzame economie zal verschuiven,
  • greenwashing vermeden wordt,  
  • het duidelijker wordt voor alle partijen.

Het is niet dat het simpelweg een lijst van groene en niet-groene activiteiten opstelt maar eerder dat het een kader van doelstellingen en vereisten definieert waaraan activiteiten moet voldoen om als duurzaam te worden beschouwd. Activiteiten moeten namelijk een significante bijdrage leveren aan een van zes categorieën (klimaatmitigatie, klimaatadaptatie, duurzaam gebruik/bescherming van water en mariene grondstoffen, circulariteit, voorkoming/bestrijding van verontreiniging en bescherming en herstel van biodiversiteit en van gezonde ecosystemen). Bovendien mogen ze geen significante schade toebrengen aan een van de zes andere categorieën.

De taxonomie neemt momenteel 72 economische activiteiten onder de loep2(waaronder moeilijk te verminderen sectoren zoals cement, staal en aluminium), maar dit kan worden uitgebreid. Transitie- en faciliterende activiteiten kunnen beoordeeld worden op basis van hun emissieniveau en of zij de ontwikkeling van koolstofarme alternatieven belemmeren. Het gebruik van de taxonomie wordt verplicht voor EU-lidstaten, EU-instellingen, financiële marktdeelnemers en grote ondernemingen van openbaar belang met meer dan 500 werknemers. De Taxonomie speelt dus een belangrijke rol in het faciliteren van duurzame rapportage door het bepalen van de mate van duurzaamheid van activiteiten en investeringen, en werkt dus in combinatie met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD).

Net zoals de taxonomie, de CO 2 -Prestatieladder heeft als doel om investeringen (of via publieke aanbestedingen of in de waardeketen) te verduurzamen en om dit te vergemakkelijken door transparantie te verhogen. De Ladder richt zich op organisaties en projecten in plaats van op activiteiten, en kan daardoor de effecten van de Taxonomie versterken door bedrijven te helpen zich te onderscheiden van anderen binnen hun sector, en ze te belonen voor hun inspanningen via aanbestedingen.

De taxonomie biedt de instrumenten om duurzame activiteiten te identificeren, en de Ladder draagt bij aan het promoten van die duurzame economie.

Energie Efficiëntie richtlijn (EED)

De Energie Efficiëntie richtlijn (EED) bestaat al sinds 2012, maar als deel van de Fit for 55 programma wordt het herzien en versterkt.

De doelen om energieverbruik te verminderen tegen 2030 worden ambitieuzer: -39% primair en -36% finaal energieverbruik. Koolstofbudgettering wordt de basis van de richtlijn en of bedrijven de EED moeten implementeren wordt gebaseerd op energiegebruik, in plaats van omzet of FTE. Zo is het gericht op de grootste gebruikers: organisaties die 10 terajoule of meer per jaar gebruiken worden verplicht om elk 4 jaar verplicht een audit te laten uitvoeren, terwijl organisaties die 100TJ of meer verbruiken, verplicht zullen worden een energie managementsysteem in te voeren.

Overheden moeten ook aan de slag: het Commissie stelt voor dat de overheidssector elk jaar 3% van zijn gebouwen moet renoveren. Een ding verandert niet: het principe van energie-efficiëntie blijft centraal – alle energie dat niet gebruikt wordt is winst, en besparingen worden gestimuleerd boven duurzame opwekking.

De Ladder is bewezen als een effectieve energie- en CO2-managementsysteem, met energie efficiëntie als dé basis. Daarom telt een CO2-Prestatieladder certificaat als een alternatieve invulling van de huidige EED in Nederland. De Ladder kan dus bijdragen aan de doelen van de EED zowel tegen 2030 als over het algemeen. Tegelijkertijd de uitbreiding en aanscherping van de EED zal meer bedrijven motiveren om inzicht te krijgen in hun broeikasgasemissies en energiegebruik en om deze te verminderen. De CO2-Prestatieladder is een uitermate geschikt instrument daarvoor.


Dus, de nieuwe EED versterkt de ambitie rondom energie efficiëntie en de Ladder helpt om ambitie naar de werkelijkheid te vertalen.

Emissiehandel Systeem (ETS)

Het Emissiehandel Systeem (ETS) bestaat sinds 2005 voor elektriciteits- en warmteopwekking, intensieve industrieën en luchtvaart. Maar als deel van het Fit for 55 pakket krijgt het ETS een flinke impuls. Het nieuwe EC-ETS-voorstel verstevigt het overkoepelende doel voor de betroffen sectors naar een emissie reductie van 43% in 2030 (vergeleken met 2005). Tegelijkertijd wordt afschaffing van emissierechten versnelt en vanaf 2027 zullen er geen gratis emissierechten meer zijn voor de intra-EU luchtvaart. Tevens komt scheepvaart van en naar de EU geleidelijk onder het systeem te vallen tussen 2023 en 2026.


Bovendien stelt de Europese Commissie voor om een nieuw afzonderlijk ETS in te stellen voor de brandstoffen gebruikt in wegvervoer en gebouwen. Deze zal regels bepalen voor upstream leveranciers van brandstoffen vanaf 2025, met een limiet op emissies vanaf 2026. Leveranciers zullen verantwoordelijk worden voor het monitoren en rapportage over de hoeveelheid brandstof dat ze in de markt brengen. Dit zal ze stimuleren om hun producten koolstofvrij te maken om nalevingskosten te verminderen. Verder zal het dezelfde principes hanteren als het huidige ETS.


En voor wie bang is dat deze groene maatregelen bedrijven uit de EU zal jagen, of een voordeel zal geven aan goedkoper, vervuilender buitenlandse industrie – de EU komt met een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens. Het nieuwe Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) zal dat oneerlijke speelveld ontwijken door de CO2-inhoud van producten aan de grens de belasten.


De Ladder is bewezen als effectief in het reduceren van emissies – bedrijven die de Ladder gebruiken reduceren twee keer zo snel. De Ladder kan dus bijdragen aan de doelen van de ETS in de relevante sectoren. Tegelijkertijd als het ETS wordt uitgebreid tot meer sectoren (zoals de bouwsector), zoals wordt voorgesteld, zal de expliciete CO2-prijs een duidelijke prikkel vormen om het energiegebruik te verminderen en de energie-efficiëntie te verbeteren, zeker tegen de juiste prijs. De CO2-Prestatieladder is een uitermate geschikt instrument daarvoor.


Het ETS dringt op CO2-reductie, door uitstoot te beperken en duurder te maken, terwijl de Ladder helpt om reductie binnen organisaties te verankeren.

Europees Beleid Aanbesteding

Het Europees Unie is heel belangrijk in het bepalen van de Europees aanbestedingsregels. Het Europees Aanbestedingen Richtlijn stelt de regels vast voor alle openbare aanbestedingsprocedures in Europa boven een bepaalde geldwaarde. Het doel is om ervoor te zorgen dat de interne markt voor overheidsopdrachten soepel functioneert en dat elk bedrijf in de EU een aanbesteding kan aanvragen, ongeacht waar de aanbestedende dienst in de EU gevestigd is. Nationale regels moeten ook voldoen aan de algemene principes van de EU-richtlijn: transparantie, gelijke behandeling, open mededinging en goed procedureel beheer. Sinds 2017 is het deel van de aanbestedingsstrategie van de Europees Commissie om te zorgen voor een bredere toepassing van innovatieve groene en sociale aanbestedingen, deels door advies en opleidingen te verstrekken en praktijkvoorbeelden te verspreiden aan lidstaten over de wijze waarop GPP-criteria in aanbestedingsprocedures kunnen worden geïntegreerd.

In het kader van de investeringsplan van de EGD worden deze afspraken versterkt, en wordt duurzame aanbesteden minder vrijblijvend. Deze bevat het plan om "verplichte minimumcriteria of -doelstellingen voor groene overheidsopdrachten voor te stellen” door verschillende product- of sector- specifiek initiatieven of financieringen.

Bijvoorbeeld, de nieuwste Europees Circulaire Economie Actieplan zet stappen om groene inkopen verder te stimuleren. In het plan wordt het verplicht om minimumcriteria voor groene overheidsopdrachten (GPP) in te voeren, streefcijfers vast te stellen in sectorale wetgeving en geleidelijk verplichte rapportage in te voeren om de invoering van groene overheidsopdrachten te monitoren. Het COVID-19 herstelinstrument van de EU (NextGenerationEU) biedt ook kansen om GPP op te schalen, aangezien ten minste 30% van de uitgaven klimaatdoelstellingen moeten ondersteunen.

De CO2-Prestatieladder is een ideaal GPP-instrument om overheidsinstanties op alle niveaus te helpen om de groene economie te stimuleren. De Ladder is makkelijk uitvoerbaar omdat Certificerende Instellingen regelmatig checken of aannemers voldoen aan hun gekozen ambitieniveau in het aanbesteding. Hierdoor hoeven aanbestedingsambtenaren geen inhoudelijke experts te worden voor de Ladder om een aanzienlijk impact te hebben. Bovendien maakt de Ladder ook gebruik van duidelijk en verifieerbare milieucriteria en is het juridisch getest. Het beginsel van “één taal, één instrument” staat centraal voor SKAO, waardoor de Ladder in hoge mate overdraagbaar is, zeker binnen de EU.

De Ladder kan dus zeker bijdragen aan het implementatie van Europees ambities rondom verplichte duurzaamheidscriteria in aanbestedingen op een efficiënt en structureel manier.

Ben je benieuwd naar meer informatie over de Circulaire Economie Actie Plan? Lees dan hier ons interview met Jos Pees, adviseur Duurzaamheid bij Kenniscentrum Europa decentraal.

EU milieuvoetafdruk methoden

De Europees Commissie is ook actief omtrent het ontwikkelen van methoden om ecologische voetafdrukken te berekenen, en probeert deze te harmoniseren. Ze proberen hiermee om de vergelijkbaarheid te verbeteren, de belemmeringen op de Europese interne markt te verminderen en valse groene beweringen te voorkomen. Als onderdeel hiervan heeft de EU de product- en organisatie milieuvoetafdruk methodologieën ontwikkeld die potentieel 14 milieueffectcategorieën kunnen bestrijken. Deze methoden hebben dus als doel om meerdere milieuprestatie criteria mee te nemen – niet alleen CO2 emissies. De methodologieën werden ontwikkeld door pilot projecten met bedrijven, en zijn bedoeld als aanvulling op en verrijking van andere bestaande instrumenten zoals milieukeur, ecologisch ontwerp en duurzame aanbesteden. Bij het opstellen van de OEF-vereisten zijn andere gidsen in overweging genomen, waaronder ISO-normen, het GHG-protocol en het Global Reporting Initiative. De OEF bekijkt de productportefeuilles van een organisatie op basis van geaggregeerde gegevens.


Momenteel is het niet verplicht om de methoden te gebruiken, maar het is echter de bedoeling dat ze zullen worden gebruikt in de taxonomie, het initiatief voor duurzame batterijen, het onderbouwen van groene claims en in het actieplan van de EU voor de circulaire economie. De EC onderzoekt hoe de methoden op andere beleidsterreinen kunnen worden gebruikt. Naarmate de methodologieën aan steeds meer EU-wetgeving worden gekoppeld, zullen ze steeds belangrijker worden.


Er zijn veel raakvlakken tussen de CO2-Prestatieladder en de PEF en de OEF. Beide proberen duurzaamheid en duurzame aanbesteden te bevorderen. De PEF en de OEF streven naar alomvattendheid (meer dan alleen broeikasgassen), uitvoerbaarheid en vergelijkbaarheid, laag juridisch risico, en overdraagbaarheid binnen de EU als belangrijke principes voor Levenscyclus analyse (LCA)- en ecologische voetafdrukmethoden die bij GPP gebruikt worden. De Ladder is uitvoerbaar (en bijzonder gemakkelijk uit te voeren door aanbestedende diensten), is juridisch getest en is gebaseerd op het beginsel "één instrument, één taal", waardoor hij in hoge mate overdraagbaar is. Bovendien kan het management systeem dat de kern vormt van de Ladder systematiek organisaties helpen om andere duurzaamheids-thema’s aan te pakken, zoals circulariteit. De Ladder vervult dus deze criteria en kan bijdragen aan Europese doelen op dit gebeid.


De Ladder en de Europees milieuvoetafdruk methodologieën passen dus heel goed samen, en zorgen voor kruisbestuiving.

 

Europese Green Deal
Fit For 55-pakket
CSRD
Taxonomie
Energie Efficiëntie richtlijn (EED)
Emissiehandel Systeem (ETS)
Europees Beleid Aanbesteding
EU milieuvoetafdruk methoden